De vier brahmavihara’s in het dagelijks leven
De brahmavihara’s zijn geen abstracte meditatieoefening die we af en toe eens toepassen in formele meditatie, integendeel, ze horen ook thuis in ons dagelijks leven en onze dagelijkse activiteiten.
De brahmavihara’s zijn geen abstracte meditatieoefening die we af en toe eens toepassen in formele meditatie, integendeel, ze horen ook thuis in ons dagelijks leven en onze dagelijkse activiteiten.
De vierde, en laatste, brahmavihara (of verheven gemoedstoestand) komt in dit artikel aan bod. De Pali-term is upekkha, wat in het Nederlands vaak vertaald wordt met gelijkmoedigheid. Gelijkmoedigheid is een staat van zijn waarbij we in balans zijn met de constante stroom van veranderende omstandigheden die we tegenkomen, zowel in onszelf als in de wereld.
Ons hart opent zich niet alleen door de kwaliteiten van metta en compassie te ontwikkelen, maar ook door de beoefening van medevreugde. Medevreugde is de vreugde die voortkomt uit het succes, geluk, de voorspoed of vreugde van anderen.We ervaren allemaal regelmatig medevreugde in ons leven. Is het je bijvoorbeeld wel eens opgevallen hoe je hart zich opent als je een kind van blijheid in het rond ziet dansen of als twee geliefden elkaar in de armen vallen op Schiphol?
Als compassie opkomt, kan dat aanvoelen als het trillen van het hart in aanwezigheid van lijden, vergezeld van de wens om dat lijden te verzachten. Het is een open, vriendelijke en zelfs liefdevolle houding, die niets te maken heeft met medelijden. Bij medelijden lijden we zelf mee. Bij compassie lijden we zelf niet, maar kunnen we volledig aanwezig zijn voor het lijden van de ander, zonder erin te verdrinken of in mee te gaan.
De vier ‘verheven gemoedstoestanden’ zijn vier eigenschappen van hart en geest die binnen het boeddhisme een belangrijke rol spelen. Deze vier hartskwaliteiten zijn: liefdevolle vriendelijkheid, compassie, medevreugde en gelijkmoedigheid. Liefdevolle vriendelijkheid (metta) is de basis van de andere drie verheven gemoedstoestanden.